‘De groote oorlog’ 1914-1918 in de Leiestreek

Op 4 augustus 1914 vielen de Duitse Uhlanen ons land binnen en veertien dagen later stonden ze al in de buurt van Gent. Dit leidde op 24 augustus tot de fameuze 'vluchtersmaandag', toen iedereen in onze streek van groot tot klein op de vlucht sloeg. Het was een paniekreactie op een bericht dat een leger van 150.000 Duitsers op komst was. De rust keerde echter snel terug, maar eind augustus bestookten twee zeppelins de Leiestad, waarbij nogal wat schade werd aangebracht aan het Sint-Vincentiusgesticht.

In tegenstelling tot bijvoorbeeld Dendermonde dat in de vlammen opging, verliep de inname van Deinze zeer rustig door het alerte optreden van burgemeester Galens, die met een witte vlag de overgave van de stad aanbood aan de Duitse troepen. De laatste vluchtende verdedigers en de burgerwacht hadden wel de bruggen opgeblazen.

Deinze en omgeving behoorde vier jaar tot het etappegebied, een zone vlak achter de oorlogszone aan de IJzer. Duitse troepen werden bij burgers ingekwartierd. De scholen en het Sint-Jozefsinstituut werden omgevormd tot lazaretten voor de vele gewonden die per boot werden aangevoerd. De armoede nam sterk toe en er vormde zich in Deinze een 'Hulp- en Voedingscomitteit' dat aan voedselbedeling deed en waar leden van de verschillende partijen een rol in speelden. Op onderstaande foto ziet u de melkbedeling aan de achterzijde van het stadhuis.

 Deinze

Een aantal Vlaamsgezinden (activisten) werkte samen de Duitse bezetters. Zo werden Josué De Decker uit Zeveren en dr. Adriaan Martens uit Astene docent aan de vernederlandste universiteit van Gent. Anderen werden actief bij het verzet, zoals Libor Slock die als spion werd geëxecuteerd in Brugge.

Slaagde Deinze en omgeving zich in 1914 nog uit het krijgsgewoel te houden, dan mislukte dit in oktober 1918 toen de terugtrekkende Duitse troepen een verdedigingslijn probeerden op te bouwen langs de Leie en het Kanaal van Schipdonk. De geallieerden bombardeerden dagenlang de stad, waarbij 90 burgers en aan weerszijden in totaal honderden militairen werden gedood. Het hele stationskwartier zwaar werd beschadigd. Ook op het platteland hadden o.a. de kerken en windmolens het zwaar te verduren. Opvallend was wel dat bij het oprukkende Amerikaanse leger nogal wat Deinzenaars zaten die net voor de oorlog waren uitgeweken.

Op 11 november was alles voorbij en kwamen de enkele honderden militairen uit de Leiestreek, die vier jaar lang aan het IJzerfront hadden geploeterd, terug. Maar in ieder dorp waren er een aantal jongens die niet meer terugkwamen. Op 11 november worden al deze slachtoffers herinnerd.

Deinze oorlogsmonument

Oude foto van het oorlogsmonument op het Kerkplein. Merk het kanon op dat voor de Tweede Wereldoorlog bij het monument stond.
 
Stefaan De Groote

Vrijwilligers met een passie voor #Deinze

Wil je mee helpen aan dit vrijwilligersinitiatief contacteer ons en maak ook deel uit van deze gekke bende!

Dit vind je misschien ook leuk...