De opgraving kwam er op advies van het agentschap voor Onroerend Erfgoed, dat naar aanleiding van de positieve steekproef in 2014, besliste dat het volledige terrein voor het ontwikkeld werd, diende opgegraven te worden. Zo kunnen alle restanten van vroegere bewoning en begraving nauwkeurig geregistreerd en onderzocht worden, voor ze verdwijnen.
Menselijke bewoning en begraving laat sporen na in de bodem. Het gaat over niet meer dan simpele verkleuringen in de bodem. Maar deze sporen wijzen wel op de aanwezigheid van allerlei activiteiten uit het verleden. Waar ooit een paal gefundeerd was, of een kuil werd uitgegraven, rest nu nog steeds een litteken in de grond. Door de aanwezige vondsten, meestal scherven van aardewerken potten, is het ook mogelijk de sporen te plaatsen in de tijd. Zo kunnen de archeologen de geschiedenis van de plek reconstrueren.
Tijdens de voorbije maanden groeven de archeologen al heel wat van die sporen op. De oudste liggen langs de Meirebeekstraat. Het gaat om vier circulaire greppels die telkens per twee liggen. Deze greppels zijn de laatste bewaarde restanten van kleine grafheuvels. De grafheuvel zelf, die was opgeworpen binnen de kringgreppel, is in latere tijden volledig verdwenen. De cirkelvormige gracht die rond zo’n grafmonument lag, was dieper uitgegraven en bleef daardoor beter bewaard. Over de precieze datering van dit kleine grafveld zijn nog geen gegevens voorhanden, maar vermoedelijk zijn ze tussen 3200 en 2500 jaar oud. De laatste weken werden ook sporen van kleine boerderijen uit de ijzertijd gevonden.
Het merendeel van de sporen zijn echter een pak jonger. Op het hoogste punt van het projectgebied werden de funderingskuilen van palen van een houten boerderij aangesneden. Rond dit centraal hoofdgebouw lag een volledig erf. Er zijn heel wat kleinere schuurtjes of andere bijgebouwen aangetroffen, maar ook kuilen en afbakeningsgreppels. Van groot belang voor een boerderij is de watervoorziening. Op het terrein hebben de archeologen al vijf waterputten opgegraven. Het gaat om kuilen die tot in de grondwatertafel worden uitgegraven. Vaak werd in de kuil een houten schacht gebouwd. Opvallend is dat de Gallo-Romeinse boeren op het terrein ook twee hele grote drenkpoelen hebben aangelegd. Niet alleen de mensen moesten drinken, ook de dieren moeten zich kunnen laven. Op basis van de scherven was deze boerderij hier ongeveer 1800 jaar geleden in gebruik.
In februari worden de laatste sporen opgegraven. Daarna gaan de archeologen richting kantoor waar alle vondsten gereinigd en goed bestudeerd worden, de grondplannen worden samengelegd en gefinaliseerd, en alle gegevens
De Sint-Amanduskerk in Zeveren ondergaat een metamorfose en wordt de nieuwe ontmoetingsplek voor de Deinse…
Gratis inkom – 27 t.e.m. 29 juni 2025 – Kastanjelaan 29, Deinze De Zomerbar van…
Deinze maakt zich op voor de tweede editie van Benihana, een dynamisch eendaags festival dat…
Grootschalige Tweedehands Boekenmarkt in Poeselekerk op 14 Juni De charmante Poeselekerk transformeert op zaterdag 14…
Van woensdag 18 tot en met zaterdag 21 juni transformeert het centrum van Deinze in…
Kunstacademie Deinze opent de deuren voor jong en oud talent DEINZE – Vanaf zaterdag 7…