Deinze en geadopteerde konijntjes

‘Schrijf over je stad!’ klonk het enthousiaste antwoord op de tweet waarin ik, elk gevoel voor planning en workload negerend, stelde dat ik wel eens de rol van gastblogger of gastcolumnist wou opnemen.

Mijn stad. Dat lag moeilijk, gezien de reactie kwam van de beheerder van deinzeonline.be. Puur administratief gezien is Deinze mijn stad. Ik woon er nu al tweeëneenhalf jaar met heel mijn gezin – inclusief geadopteerde konijnen – dus daar is geen ontkennen aan. Ik woon er zelfs heel graag.
Al heeft dat waarschijnlijk meer te maken met de charme van Bachte-Maria-Leerne, waarvan ik na een half jaar al wist ‘hier blijf ik wonen tot op mijn oude dag’, dan wel met de aantrekkingskracht van wat wij, uitgeweken Gentenaars, smalend ‘Deinze stad’ noemen.

Daar wringt het schoentje dus. ‘Schrijf over je stad!’ Waarop ik: ‘Hoera, ik mag over Gent schrijven! Zijn imposante torens, zijn gezellige pleinen en dito burgemeester, zijn hippe cafés, zijn bruisende nachtleven, zijn Feesten!’ En bijna onmiddellijk corrigeer ik mezelf: ‘Je woont in Deinze nu. Deinze hoort je stad te zijn’. Juist ja. Deinze… euh… Ik ken Deinze niet.

Bjorn Cocquyt

Schrijven over Deinze en zijn station waar ik wekelijks op het vernieuwde perron sta? Over Deinze met zijn prachtige Letters & Co (want toegegeven in een veel anoniemere stad als Gent bestaat zoiets niet). Deinze met zijn merkwaardig misplaatste ‘stadshal’ (hé dat hebben ze in mijn stad ook!). En zijn Saga waar ik elke vrijdag een Omer ga drinken tijdens de balletles van dochterlief en waar ik me er als ahum ‘grootstedeling’ ook elke week over verbaas hoe warm de mensen zijn die er werken. En Deinze met zijn heerlijke fietspaden langs de oude Leie en zijn schilderachtige deelgemeentes, dat ook.

Ja, het leven is hier minder anoniem, en op vele plekken zijn de mensen gemoedelijker en de wachtrijen korter. Je hoeft niet te vechten voor een zitje op de trein of te zoeken (noch te betalen) voor een plekje op de stationsparking. In het dienstencentrum staan vlak na opening amper twee mensen voor je en word je na hooguit vijf minuten wachten vriendelijk geholpen. Op twee jaar tijd heb je in Deinze al tien keer een goeiendag gekregen van de burgemeester. En na vier bezoekjes word je in elke Deinse handelszaak een vaste klant.

Maar dat is allemaal van geen tel. Want wanneer ik straks op perron 1 van de 18u45 uit Brussel stap, overvalt me telkens datzelfde gevoel van niet-thuiskomen in een stad die ik niet ken. In een stad waarvan ik op vijf uitzonderingen na geen straatnamen ken. In een stad waarvan ik moet toegeven dat ik niet weet welke restaurants een bezoek waard zijn en waarvan ik na meer dan twee jaar nog steeds het openbare zwembad niet heb bezocht. In een stad die nooit ‘mijn stad’ zal zijn.

Het is zoals met geadopteerde konijntjes: het is leuk dat ze er zijn, ik voed ze plichtbewust, maar zeggen dat ze me na aan het hart liggen, dát zou liegen zijn.

Bjorn Cocquyt

Bjorn Cocquyt is Gentenaar en werkt als zelfstandig redacteur. Sinds de winter van 2012 woont Bjorn in Deinze. @bjorncocquyt

Vrijwilligers met een passie voor #Deinze

Wil je mee helpen aan dit vrijwilligersinitiatief contacteer ons en maak ook deel uit van deze gekke bende!

Dit vind je misschien ook leuk...