175 jaar geleden stopte de eerste trein in Deinze

Op 5 mei 1835 reed de eerste trein in België tussen Brussel en Mechelen maar de ingenieurs De Ridder en Simons hadden een ontwerp gemaakt waarin een geplande spoorlijn het Leiebekken zou volgen tussen Gent en Kortrijk. Er waren echter ook instanties die een andere oplossing voorstelden langs het Scheldebekken naar Oudenaarde en verder naar Kortrijk. De gemeenten uit het Leiebekken verdedigden het oorspronkelijk ontwerp met veel gloed en overtuiging, met argumenten ook wat betreft bodemgesteldheid, economie en bevolkingsdichtheid.

Station Deinze

De gemeenteraad van Deinze b.v. voer heftig uit tegen hen die de spoorlijn naar het Scheldebekken wilden verleggen en dus andere gemeenten laten bedienen.
” Het zijn werkelijk merkwaardige gemeenten – aldus de Deinzenaren- door de uitgestrektheid van hun onvruchtbaar en onbevolkt territorium en door hun volledige nietigheid aangaande industrie en handel.” Hun eigen streek noemden zij:” een rijke landstreek met een hoge bevolkingsgraad…….Deinze is een industrie- en handelsstad en is in voortdurende verbinding met een groot aantal andere steden.”
Indien de spoorlijn zou aangelegd worden langs Nazareth en Kruishoutem, vreesden de gemeenteraadsleden dat geheel de bevolking de voorkeur zou geven aan de postkoetsen die regelmatige verbindingen onderhielden met Gent en Kortrijk; werd het station gebouwd in Deinze, dan nam de gemeenteraad zich voor elke rechtstreekse verbinding van de postkoets met die twee steden af te schaffen. Om die petitie aan de “Minister der Publyke Werken” over te maken, besliste de gemeenteraad, de burgemeester en een schepen af te vaardigen naar Brussel.

De nieuwe spoorlijn kwam er via het Leiebekken en op 25 augustus 1839 werd het baanvak Gent Zuid – Deinze in dienst genomen. Stilstanden waren er te Maltebrugge – St. Denijs Westrem – Hemelrijck – De Pinte – Broekstraat – Deurle – Muizenhol – Beekstraat – Astene – Deinze.

Enkele weken later, precies op 22 september, verder naar Kortrijk met stilstanden te Machelen – Olsene – Zulte – Waregem – Desselgem – Beveren Leie en Harelbeke. Vanaf 1906 werd het vertrekstation Gent St Pieters I.p.v. Gent Zuid. In 1855 komt het baanvak Deinze – Tielt open. Pas op 23 maart 1880 werd de verbinding Tielt – Lichtervelde verwezenlijkt.

In 1842 werd begonnen met de opbouw van het station Deinze, een klassiek en niettemin een imposant gebouw. Toen rond 1850 het kadastraal plan Popp gemaakt werd bestond slechts de huidige Stationsstraat, die toen Oudenaardsestraat noemde, met het driehoekig pleintje, in de volksmond ” het sprietse”.
Rond 1870 werd de Nieuwstraat aangelegd, later Achiel Van Eechoutestraat, genoemd na zijn dood in 1929 van A.V.E., gewezen gemeenteraadslid en schepen.
Op de hoek Stationsstraat – A.V.Eechoutestraat staat nog altijd de zeer mooie woning in neo-classistische stijl gebouwd in 1885.
In 1890 kwam de Georges Martensstraat, genoemd naar de Gentse eigenaar van deze gronden. Rond 1900 verrezen op de verlenging van de Stationsstraat (feitelijk het pleintje voor het station, twee huizen, die opvallen door hun zeer fraaie neo-gotische gevels.

Tijdens de eerste Wereldoorlog werd het reizigersgebouw omzeggens vernield, de goederenloods bleef enigszins behouden. Toen de vrede was weergekeerd bouwde men te Deinze een zogenaamd voorlopig station. Het complex was eenvoudig maar fraai. Het voorlopig karakter ervan werd er tegen alle verwachtingen in een van bestendige aard.

Op 25 maart 1983 werd het huidige station ingehuldigd en rijden de electrische treinen aan 160km/u tussen Gent en Kortrijk. 175 jaar eerder reed een stoomloco tegen een snelheid van ongeveer 30km/u.

Het is een voorrecht voor een stad dergelijk complex op haar grondgebied te hebben. Hopelijk weten ook de gebruikers dit te waarderen.

Vrijwilligers met een passie voor #Deinze

Wil je mee helpen aan dit vrijwilligersinitiatief contacteer ons en maak ook deel uit van deze gekke bende!

Dit vind je misschien ook leuk...