Straatnaam voor vrouw die Joods kind hielp onderduiken?
Meer dan 70 jaar na de Tweede Wereldoorlog vindt GroenRood het belangrijk om de herinnering aan de gruwel warm te houden. Ze willen dat de huidige generaties de gruwel niet vergeten en blijven tonen dat de tegenreactie tegen deze gruwel ook het mooiste kan naar boven brengen. Het verhaal van Henriette Chaumat die een Joods kind in Astene opving is daarvan een voorbeeld.
Peter Parmentier: ‘Elk jaar ga ik met mijn leerlingen naar de Dossinkazerne of het Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum over Holocaust en Mensenrechten in Mechelen. Bij mijn laatste bezoek zag ik dat Astene vermeld is op een kaart met alle plaatsen waar Joden werden geholpen tijdens de oorlog. Na wat onderzoeks- en rondvraagwerk bleken er twee verhalen bekend over Astene. Het eerste is een vrij bekend verhaal ivm de opvang van joodse kinderen in Huize Anseele ( de plaats van de huidige Ceder). Onder de vleugels van een socialistisch vakantiepatronaat verbleven er een tijd verschillende Joodse kinderen. Bekende helpers waren daar o.a. Julienne Bal en Rosa Deconinck.’
Een in Deinze onbekender verhaal is dat van Henriette Chaumat. In September 1942 ontsnappen Abraham en Tauba Lipski en hun zoon Raphael nipt aan de razzia tegen de Joden in Gent. Op 1 oktober geven ze hun zoon in handen van de toen 45-jarige Henriette Chaumat. Het echtpaar zelf dook onder in een arbeidersgezin in Gent. Henriette Chaumat leefde alleen in Gent en nam de driejarige Raphaël bij zich op. Ze stelde het jongetje officieel voor als haar neefje Nikolas maar liet ook blijken dat het haar eigen buitenechtelijke kind was. Dat laatste kwam geloofwaardig over omdat ze fysiek op elkaar leken. Maanden later werd ze gezien door een onbetrouwbare kennis en besliste ze om naar Astene te verhuizen. Daar verbleef ze met het Joodse kind op een boerderij tot aan de bevrijding. Bij de bevrijding van Gent reden de ouders met een tandem naar Astene en zagen hun kind samen met andere kinderen spelen op een Canadese tank. Na al die tijd herkende hij zijn ouders direct. De boerderij is ondertus
sen verdwenen. In 1973 erkende Yad Vashem Henriette Chaumat als ‘Righteous Among the Nation’, de hoogste eretitel die je kan krijgen.
Christine Stroobandt ‘ GroenRood stelt voor om één van de nieuwe straatnamen de naam ‘Henriette Chaumat’ te geven. Op die manier brengen we eer aan deze dappere dame en doen we aan herinneringseducatie. Ook de dames die in Huize Anseele kinderen hielpen onderduiken verdienen zeker een straatnaam. Dat er dan iets meer vrouwen een straatnaam krijgen, is ook mooi meegenomen.
Christine Stroobandt :’Wij vragen ook aan het stadsbestuur om een bezoek aan de Dossin kazerne te ondersteunen. In Nederland zijn scholen verplicht om hun leerlingen mee te nemen naar het Rijksmuseum en het parlement. Wij zouden het een mooie zaak vinden als alle laatstejaarsleerlingen gemotiveerd zouden worden tot een bezoek aan het memoriaal en museum. Op die manier kunnen we lessen trekken uit het verleden en is de kans groter dat we zulke drama’s vermijden. We kunnen als stad het voorbeeld geven en het bezoek voor alle klassen uit het zesde middelbaar terugbetalen. Het is een kleine budgettaire maatregel die onze maatschappij minder radicaal kan maken. Wij zijn het aan de slachtoffers van toen verplicht om nooit te zwijgen.’